Yves Lombaerts, Salesmanager SAP Belgium, pikte onze Global Innovation Evangelist Timo Elliott op voor een interessante rit naar de kantoren van SAP in Brussel. Ze hadden het over hoe kleine en middelgrote ondernemingen de digitale transformatie best kunnen aanpakken en welke concrete rol Data Protection Officers en Innovation Evangelists bij dat proces spelen. “We hebben het kantelpunt bereikt waarbij iedereen beseft dat cloud de toekomst is voor IT-systemen”, zegt Timo Elliott.
Cliquez-ici pour l’article en français.
Bekijk hier de video (16min).
Yves: De term “Evangelist” wordt tegenwoordig wel vaker gebruikt. Wat is jouw concrete functie binnen SAP?
Timo: Ik weet dat die titel soms wat bizar kan overkomen (lacht). Maar in wezen komt het hierop neer: ik werk met organisaties samen aan geavanceerde innovaties, bundel de lessen die daaruit getrokken worden en deel die kennis achteraf met zoveel mogelijk mensen.
Yves: Als je specifiek naar België kijkt, merk je dan verschillen op tussen onze markt en die van andere landen?
Timo: Ik kom dolgraag naar België, omdat hier fantastische innovatieprojecten plaatsvinden. Wat mij betreft bokst België qua innovatie boven zijn stand in vergelijking met grotere markten. Dat is volgens mij deels te danken aan het feit dat Belgen het gewoon zijn om blootgesteld te worden aan andere standpunten en culturen. Jullie zijn altijd heel goed mee met internationale trends.
Yves: In België zijn er ook heel wat middelgrote ondernemingen. En die beschikken niet altijd over de budgetten om veel in innovatie te investeren. Welk advies zou je die bedrijven meegeven?
Timo: Het goede nieuws is dat we aan het begin van een gouden tijdperk staan voor kleine en middelgrote ondernemingen.
Je hoeft niet langer een groot bedrijf te zijn om de dingen groots te zien, met dank aan cloudtechnologie. Een tienkoppige organisatie heeft nu toegang tot dezelfde computerkracht als grote ondernemingen. Kleine bedrijven zijn in staat dingen te doen die voorheen ondenkbaar waren.
Yves: Wordt business process intelligence belangrijker voor hen?
Timo: Organisaties hebben heel wat opportuniteiten om te innoveren. De moeilijkste knoop die ze moeten doorhakken, is wààr ze in godsnaam moeten beginnen met innoveren. En inderdaad, business process intelligence is een van die domeinen.
Een klein voorbeeld: ik heb momenteel last van een knieletsel, en mijn dokter zegt dat ik een MRI-scan moet ondergaan. Omdat hij precies wil weten wat er aan de hand is. “Zolang we niet weten wat het probleem is, kunnen we het niet echt fixen”, zei hij.
Dàt is ‘business process intelligence’. Je werpt een licht op end-to-end bedrijfsprocessen, over verschillende toepassingen en systemen heen, om te achterhalen waar de blokkering zich bevindt. En als je weet wat het probleem is, kun je er ook echt iets aan doen. In de toekomst komt dat neer op een knopje indrukken, waardoor je in de cloud automatisch een nieuw onderdeel van het bedrijfsproces te zien krijgt. Een fantastisch gegeven dat voor kmo’s heel wat opportuniteiten biedt.
Yves: Denk je dat mensen al helemaal overtuigd zijn van de echte meerwaarde van de digitale transformatie?
Timo: Zeker! Ik werk samen met tal van organisaties die fantastische dingen doen.
Weet je, de grens tussen data en magie is flinterdun in onze moderne wereld. Je creëert iets, uit het niets. Je kunt data gebruiken om klantresultaten te verbeteren en kosten te drukken, en gaandeweg zelfs om de wereld te verbeteren. Ondernemingen beseffen dat dit win-win-win-opportuniteiten zijn. En met de nieuwste generaties technologie wordt dat allemaal een stuk makkelijker.
Yves: Sommige bedrijven stellen ook een Chief Data Officer aan. Wat is hun meerwaarde?
Timo: Het klopt dat het aantal CDO’s gigantisch is toegenomen. Los van hun exacte titel en aan wie ze moeten rapporteren, is vooral hun onderliggende rol van belang: de kracht van data inzetten als overkoepelende troef voor de hele organisatie. Het opzet is dat deze mensen echt aan de basis liggen van de toekomstige bedrijfsprocessen.
Veel organisaties hebben honderdduizenden, soms miljoenen euro’s geïnvesteerd in systemen om gegevens te verzamelen, maar halen daar qua return waarschijnlijk niet het onderste uit de kan. Omdat al die info zich in afzonderlijke datasilo’s bevindt. De Chief Data Officer is dus iemand – binnen je organisatie – die dat holistische overzicht bewaart, wiens job het is om die data in je toekomstige bedrijfsmodellen in te passen.
Yves: Je reist veel rond, je leert heel wat mensen en bedrijven kennen…
Timo: Veel reizen zit er niet in momenteel (lacht). Maar ik praat wel nog met heel veel mensen op Zoom.
Yves: En welk actueel project vind je het meest interessant?
Timo: Een boeiend Belgisch project is dat bij Farys. Het bedrijf monitort de waterkwaliteit binnen de verschillende Belgische regio’s. Ik had recent een gesprek met hun CIO, Inge Opreel, die een fantastisch smart waterplatform aan het opstarten is. Tot nu toe konden ze al monitoren waar er water uit hun leidingen aan het lekken was. Maar nu kunnen ze ook zien waarom er water verloren gaat. Dat kan bijvoorbeeld te wijten zijn aan een lekkage, maar ook doordat de brandweer massa’s water gebruikt om een brandend gebouw te redden. Dat is een uitstekend voorbeeld van wat veel bedrijven nu proberen te doen: ze proberen niet alleen om meer data te verzamelen, maar ook om die achteraf beter te benutten. Ze willen écht begrijpen hoe de vork in de steel zit.
Yves: Ik heb de indruk dat veel bedrijven denken dat ze data in hun voordeel kunnen gebruiken door een data scientist in dienst te nemen. Maar dat alleen volstaat niet, ze moeten vooral eerst hun data centraliseren?
Timo: Ik geloof heel hard in data scientists, maar ze zijn ook peperduur. En volgens analistenbureaus zoals Gartner mislukt 85% van alle digitale transformatieprojecten. Dat komt neer op een verschrikkelijke verspilling van tijd en middelen.
Yves: Waarom mislukken al die projecten?
Timo: Daar zie ik twee redenen voor. Ondernemingen moeten eerst en vooral meer investeren in de kwaliteit van hun data. Je moet je metadata beheersen en ervoor zorgen dat alles netjes georganiseerd is. Om je database naar het volgend niveau te tillen, moet je eerst door die pijnlijke en lastige beginfase. Eens je dat achter de rug hebt en over een massa van kwalitatieve data beschikt, kunnen dataprojecten en machine learning relatief snel en makkelijk geïmplementeerd worden. Het tweede aspect waarin ondernemingen te kort schieten, is industrialisatie. Ze verrichten vaak schitterend werk op één klein gebied, maar hebben weinig oog voor het grotere plaatje. SAP probeert daarbij te helpen, door machine learning meteen in elk bedrijfsproces te integreren, zodat onze klanten dat niet hoeven te doen.
Yves: Denk je dat cloudtransformatie ook een toegevoegde waarde biedt aan bedrijven die méér data of gegevens uit meer uiteenlopende databronnen willen verzamelen?
Timo: We hebben het kantelpunt op dat vlak waarschijnlijk al bereikt. Iedereen beseft dat de cloud de toekomst is voor IT-systemen. Wie in IT werkt, loopt waarschijnlijk een groter risico om zijn of haar baan te verliezen door géén cloudsystemen te implementeren dan vice versa (lacht). Als ik toch nog een scepticus ontmoet, dan kaart ik vaak artificiële intelligentie aan. Die werkt alleen als je tonnen gegevens verzamelt en daar vervolgens een massa computerkracht op loslaat. Het is een prima voorbeeld van iets wat gewoonweg veel beter werkt in de cloud.
Yves: Even terug naar het menselijk aspect: wie moet die cloudtransformatie in goede banen leiden? CIO’s?
Timo: De overgang van CIO als de Chief Infrastructure Officer naar Chief Innovation Officer is een werk van lange adem geweest. Als ambitieuze CIO wil je natuurlijk als die tweede bekend staan. Maar je hoeft daarvoor eigenlijk geen specifieke IT-functie te hebben. Je moet vooral iemand zijn die precies begrijpt wat technologie kan betekenen en dat vervolgens kan omzetten naar concrete initiatieven die je bedrijf vooruit helpen.
Ik had onlangs een fantastisch gesprek met Astrid Fontaine, CIO bij Bentley Motors. Wat ik zo fascinerend vond, is dat ze naast haar gewone functie ook verantwoordelijk is voor de zakelijke aspecten rond digitale transformatie én human resources. Daardoor besefte ik dat het finaal om change management draait. Digitale transformatie is iets wat je met je medewerkers moet bewerkstelligen, niet iets wat je aan hen moet opdringen. Je moet hen echt bij het proces betrekken, anders werkt het niet. Dus hebben ze bij Bentley Motors alles onder één paraplu samengebracht. Ik vermoed dat dit de toekomst is: zo zullen technologie en de bedrijfswereld samenkomen.
Yves: Hoe zit het met duurzaam ondernemen? Hoe kan digitale transformatie de klimaatcrisis helpen aanpakken?
Timo: We zien nu al wat de gevolgen zijn van extreme weersverschijnselen. Hun impact op sectoren zoals landbouw en verzekeringen is onmiskenbaar. En spijtig genoeg gaan we dit soort toestanden meer en meer zien gebeuren. Wat organisaties dus moeten doen, is investeren in platformen die veranderingen mogelijk maken.
Als je vandaag duurzaam onderneemt, doe je niet alleen wat goed is, je maakt ook een verstandige keuze. Omdat je klanten en medewerkers natuurlijk begaan zijn met duurzaamheid.
Het is dus onze taak als IT’ers om duurzaamheidsafwegingen voor zakenmensen zo simpel mogelijk te maken, net als voor elk ander onderdeel van een bedrijfsproces. We kunnen een ontwerper bijvoorbeeld automatisch de ecologische voetafdruk van bepaalde producten waarin die geïnteresseerd is meegeven, zodat hij of zij de beste keuzes kan maken voor het bedrijf, de maatschappij en de wereld.
Yves: Welke thema’s kaarten we binnen vijf jaar aan, denk je, als we elkaar opnieuw spreken?
Timo: Ik droom ervan om innovatie in vaste bedrijfsprocessen te integreren. Momenteel zien we innovatie veeleer als een reeks aparte, manuele stappen die we doorlopen. Machine learning biedt echter opportuniteiten om automatisch te gaan bijleren. We gaan in de toekomst elk bedrijfsproces gaandeweg kunnen verbeteren, simpelweg omdat mensen er gebruik van maken. Dat is de visie van een intelligente onderneming.
Yves: Welk advies zou je onze Belgische ondernemingen willen meegeven?
Timo: De bedrijfsmodellen van de toekomst zijn gebaseerd op digitale feedbackloops: data verzamelen, je klantenrelaties verbeteren, nieuwe producten maken en dan begint de cyclus opnieuw. In België zijn er veel kleine en middelgrote bedrijven en die hebben twee grote voordelen: ze staan dicht bij hun klanten én ze zijn flexibel. Ze kunnen sneller veranderen dan grotere organisaties. Anderzijds hebben grotere ondernemingen ook een voordeel: ze beschikken over meer data – die ze kunnen aanwenden om hun dominantie in bepaalde sectoren te verstevigen. Dat zien we tegenwoordig in veel sectoren gebeuren. Ik geloof echter stellig dat kmo’s weerwerk kunnen bieden, door data ook centraal te stellen in hun strategie en door die data vervolgens zo efficiënt mogelijk te gaan gebruiken.