Voor veel bedrijven is de herkomst en duurzaamheid van hun grondstoffen een blinde vlek. Dat maakt verduurzaming op dit gebied lastig. Toch komen initiatieven voor verbetering maar moeilijk van de grond. De belangrijkste reden: het is lastig tot nauwelijks uitvoerbaar, zeker bij bulkverwerking van ruwe materialen. Bovendien is de medewerking van alle betrokken spelers nodig. Toch is er een oplossing.

De planeet en de consument snakken naar duurzamere bedrijven. Mijn collega’s Alf Janssen en Juriaan Mulder hebben de noodzaak van verduurzaming in hun blogs glashelder en onomstotelijk verwoord. Een grondige herziening van supply chains is daarbij nodig. Duurzame winning van grondstoffen speelt hierin een belangrijke rol.

Geen enkel bedrijf kan in zijn eentje het roer omgooien en volledig verduurzamen. De reden is eenvoudig: vaak is er nog wel zicht – en dus grip – op de duurzaamheidsaspecten uit ‘scope 1’ en ‘scope 2’. Onder scope 1 verstaan we de impact die door interne processen direct worden veroorzaakt door het bedrijf zelf. Denk aan de CO2-uitstoot van een fabriek. Onder scope 2 verstaan we de impact die zij indirect maken. Denk aan de CO2-uitstoot van een kolencentrale die een bedrijf de nodige energie levert.

  • Scope 1: Hieronder valt alle CO2-uitstoot veroorzaakt door eigen bronnen binnen de organisatie. Bijvoorbeeld de uitstoot veroorzaakt door activiteiten rondom de productie en transport.
  • Scope 2: Deze scope omvat alle uitstoot veroorzaakt door het gebruik van elektriciteit of warmte. Deze uitstoot is indirect, omdat de feitelijke uitstoot plaatsvindt bij nutsbedrijven.
  • Scope 3: In de praktijk vindt de meeste CO-uitstoot plaats in scope 3. Hiermee bedoelen we de uitstoot veroorzaakt door ketenpartners.Bij scope 3 wordt de milieu-impact echter vaak schimmig. Het gaan dan om alle overige spelers in de supply chain. Toch vindt daar voor een gemiddeld product zo’n 80 procent van de bijbehorende CO2-uitstoot plaats. En laat grondstofwinning voor veel bedrijven hier nu net ook onder vallen.

Blinde vlek

De verduurzaming van de ‘grondstofmix’ is dan ook vaak een blinde vlek. Dat komt omdat veel bedrijven deze continu krijgen aangevoerd, vanuit verschillende bronnen. Daardoor is de samenstelling en dus de precieze duurzaamheidsaspecten van de totale grondstoffenvoorraad, of de daaruit geproduceerde halffabricaten, niet altijd duidelijk. Door die blinde vlek is aansturen daarop lastig, zo niet onmogelijk.

Dat blijft niet zonder gevolgen voor mens en milieu. Enkele cijfers onderschrijven dat. Zo is 90% van de krimp van biodiversiteit toe te schrijven aan grondstofwinning. Recycling biedt maar deels de oplossing. In 2020 was slechts 8,6% van alle materialen afkomstig uit recycling. Ook moderne slavernij is bij veel grondstofwinning een hardnekkig probleem. In 2016 waren 40 miljoen mensen slachtoffer van moderne slavernij, waarvan 16 miljoen in de ‘global supply chains’ van de private sector.

Geen onwil, maar lastige uitvoering

Ondanks de alarmerende cijfers blijven structurelere verbeteringen in veel supply chains helaas uit. De reden daarvoor is niet te wijten aan onwil; veel bedrijven beseffen welke verantwoordelijkheid zij hebben, en zien ook de vraag van consumenten naar duurzaam geproduceerde goederen toenemen.

Het probleem ligt doorgaans bij de uitvoering. Volgens onderzoek van Deloitte heeft 65% van de inkopers simpelweg geen zicht op duurzaamheidsaspecten buiten tier-1: de directe leveranciers en kopers. Ze hebben onvoldoende zicht op welke grondstoffen precies waar vandaan komen, en hoe duurzaam deze zijn. De zichtbaarheid gaat vaak al in het begin van de supply chain verloren. Bij bulkgrondstoffen zoals katoen is vanaf de eerste opkoper al vaak niet meer duidelijke welke katoen precies waar vandaan komt. Dat is problematisch, want wat je niet weet, kun je ook niet managen. Laat staan verduurzamen. Nog los van risico’s voor bijvoorbeeld compliance en je brand PR.

Meer weten over duurzaamheid in de supply chain? Lees hier verder.

GreenToken

Gelukkig is er een mogelijke oplossing. GreenToken by SAP kan de keten helpen transparant te maken en te verduurzamen. Het idee achter GreenToken is dat iedere standaardhoeveelheid (doorgaans een ton o.i.d) natuurlijke grondstoffen die de supply chain binnentreedt een ‘digital twin’ krijgt in de vorm van een token. Die token wordt vastgelegd in een blockchainnetwerk. Deze token bevat informatie over de aard van het ruwe materiaal, aangevuld met voor duurzaamheid relevante informatie. Denk aan de hoeveelheid CO2-uitstoot die ermee gepaard ging, of het materiaal ‘slaafvrij’ en duurzaam gewonnen is, en of er de betrokkenen een eerlijke prijs is gerekend.

Deze token reist vervolgens mee in de gehele keten. Ongeacht hoe het verdere verwerkingsproces eruitziet. Daarbij geldt het principe uit accounting: tokens die een partij binnenkomen, moeten er aan de andere kant ook weer uitgaan. En doordat de token door de keten reist via een gesloten blockchainsysteem, blijft de integriteit van de tokens verzekerd.

Duurzaamheidsclaim waarmaken

Zo maakt GreenToken het voor alle partijen in de keten mogelijk om precies hetzelfde deel van hun producten als duurzaam te verkopen als dat zij aan duurzame grondstoffen hebben ingekocht. Een voorbeeld verduidelijkt dat. Stel dat een kledingfabrikant van de 1000 ton katoen die zij verwerkt 700 ton duurzaam heeft ingekocht. Dan kan het 70 procent van zijn kleding als duurzaam in de markt zetten.

Bovendien blijven de duurzaamheidskenmerken van de grondstoffen transparant door de hele keten, tot aan de consument. Die weet op die manier zeker dat er duurzame grondstoffen zijn ingekocht. Die transparantie en meetbaarheid maken een investering in dit systeem de moeite waard. Producenten kunnen de duurzame herkomst immers bewijzen richting de consument. Door dit systeem kunnen ze bovendien het aandeel duurzame grondstoffen stap voor stap vergroten, zonder dat gehele bestaande infrastructuur overbodig wordt.

Daar vaart uiteindelijk iedereen wel bij. De consument weet wat hij of zij koopt, de producent kan aansturen op duurzaamheid en de planeet blijft – uiteindelijk – zoveel mogelijk gespaard.

Meer over duurzaamheid in supply chain