De onderhoudswereld is redelijk conservatief. Innovatie wordt met argusogen bekeken. Als je het mij vraagt, is het heel erg vreemd dat onderhoudsafdelingen terughoudend zijn in het adopteren van nieuwe digitale technologieën. Het zit meer in de DNA van onderhoudsmonteurs om te werken met nieuwe technologieën, dan bijvoorbeeld bij een medewerker Financiën.

De onderhoudsafdeling merkt al langer dat de harde werktuigbouw verder opschuift naar meer en meer elektronica en software zoals innovatieve asset management.Dus zichzelf wegwijs maken in nieuwe digitale technologieën zoals Internet-of-things, machine-learning, big-data, voorspellend onderhoud zou ze beter afgaan dan andere medewerkers. Toch zie ik afdeling onderhoud lastig uit de startblokken komen. Hoe kan dat dan?

Mijn ervaring is dat in veel bedrijven de C-suite wars is van technieken en technologieën. Afdelingen sales, marketing, inkoop, productie, logistiek en financiën zijn meestal wel te behappen. Maar als onderhoud geen onderdeel van het kernproces is, staat dit meestal veel verder weg. “De onderhoudsafdeling moet alleen de “boel” draaiende houden en verder niet te veel veranderen. We geven ze een budget en daarmee mogen ze het ieder jaar doen.” En daarmee ontstaat een stukje isolatie van de onderhoudsafdeling ten opzichte van de rest van de organisatie. Operationeel wordt zij wel erkend, maar gebeurt dat ook op strategisch niveau?

Focus op de waarde

Echte leiders richten zich op de waarde die de technische asset levert niet alleen op de kosten. De meest gemaakte fout is om onderhoud als een kostenpost te zien. In een organisatie zijn technische assets middelen om omzet te genereren. Installaties binnen productielijnen zorgen ervoor dat de lijn blijft draaien. Wanneer een productiestraat uitvalt door een machinestoring wordt er minder geproduceerd. Minder produceren betekent minder verkoop van het product. Dat is dus omzetverlies.

Een leider moet zichzelf daarom de vraag stellen wat er gebeurt als een bepaalde asset uitvalt, en niet in eerste instantie de onderhoudskosten onder het vergrootglas leggen. Het verminderen van onderhoudskosten kan een grotere verkeerde impact hebben op de omzet dan dat het geld bespaart.

De gehele levenscyclus is van belang

Echte leiders beschouwen de kosten over de gehele levenscyclus van een asset. Indien alleen naar onderhoudkosten wordt gekeken, dan ontstaat er suboptimalisatie van de kosten. Iedere asset kent verschillende fases: ontwerp, realisatie, installatie, in bedrijf, ontmanteling. Efficiëncy betekent zo laag mogelijke kosten over de gehele levenscyclus (Total Costs of Ownership). Hoge onderhoudskosten kunnen hun oorsprong hebben in het design van de asset. Het negeren van vervolgfasen bij een investering kan weliswaar een goedkope aanschaf betekenen maar vele malen hogere kosten in anderen fasen.

Echte leiders denken niet in onderhoud maar in asset management. Stel de asset centraal, en niet het onderhoud. Zij sturen op waarde en hebben een holistische benadering. Zij nemen assetstrategie op als onderdeel van de totale bedrijfsstrategie. En deze strategie komt tot stand in samenwerking met asset-, maintenance- en realibilitymanagers. Pas dan is de weg vrij om te innoveren, want zonder deze benadering gaat innovatie wellicht geen succes worden.

Meer weten over asset management?

Lees meer